Webinar ‘basiskennis veevoeding’ voor Koe en Eiwitdeelnemers

Hoe zit het met de kennis over eiwit en voeding bij de deelnemers aan Koe en Eiwit? In de webinars ‘Basiskennis veevoeding’ op 21 en 26 april nam Jan Harm Borger, docent veehouderij aan Aeres Hogeschool Dronten, aan de hand van een aantal kennisvragen de basisprincipes door die belangrijk zijn bij het toewerken naar 155 RE in het rantsoen. Een leerzaam uur over bestendig en onbestendig eiwit, eiwitbenutting, het ureumgehalte in tankmelk, kuilkwaliteit, weiden en meer.

Kennisquiz

Een korte kennisquiz vormde de rode draad voor het webinar. Deelnemers konden via Kahoot online in 20 seconden antwoorden op de quizvragen die daarna uitgebreid werden toegelicht. Ook de vragen van de deelnemers op de verschillende onderwerpen werden behandeld, zoals de vraag of vers gras beter van kwaliteit is dan kuilgras. Volgens Jan Harm pakt vers gras normaal gesproken iets positiever uit omdat vers gras een levend product is waarbij de momenten waarop suikers vrijkomen gunstiger zijn. Bij een kuil wordt door het conserveringsproces de celstructuur eerder beschadigd en wordt een deel van de sneller beschikbare suikers ook gebruikt voor het conserveringsproces zelf. Afhankelijk van het drogingsproces van de kuil en hoe de eiwitten en suikers daarin reageren, kan de structuur van het eiwit nog veranderen. Op de vraag naar het optimale ds-percentage bij een droge kuil gaf Jan Harm aan dat tussen de 40 -45% wat hem betreft de beste balans geeft tussen broeigevoeligheid en de conservering.

Van bestendig eiwit, eiwitbehoefte en ureumgehalte

Bestendig eiwit is eiwit dat niet afgebroken wordt in de pens, maar ook eiwit dat de pens snel passeert, want dat kan door de snelle passage niet worden afgebroken in de pens. Eiwit (aminozuren) worden alleen opgenomen in de dunne darm. Energie wordt opgenomen in de pens, dunne darm en dikke darm. Eiwit dat in de pens gevormd wordt is microbieel eiwit, dit is een onderdeel van het darm verteerbaar eiwit (dve). De behoefte voor eiwit van een koe die 35 liter melk met 3,51 % eiwit per dag geeft is 2118 gr dve per dag. Daarin is een verdeling te maken van grofweg 5% voor onderhoud en 95% voor de melkproductie. In het dier zelf wordt vanuit het recirculatiesysteem van de koe veel meer eiwit gevormd voor onderhoud, maar dat kan het dier dus hergebruiken. Het minimale ureumgehalte in tankmelk is volgens Jan Harm 10, omdat op dat moment alle processen voor de koe qua gezondheid het beste in balans zijn. Bij volledig weiden met voorjaarsgras ontstaat soms een lager ureumgehalte in de tankmelk doordat de suikers en eiwitten in het gras tegelijk vrijkomen. Dan heeft een laag ureum gehalte geen nadelige consequenties voor de koe.

Spijsvertering van herkauwers

Spijsvertering van herkauwers

Van sturingsmogelijkheden tot de kuil met de hoogste OEB

Om RE te verlagen heb je de beste sturingsmogelijkheden in het voorjaar, later in het jaar is het lastiger i.v.m. de nawerking van de mest en het stikstofleverend vermogen van de bodem. Als het gaat om de kuil met het hoogste onbestendig eiwit (OEB), scoort de droge najaarskuil (eventueel een natte zomerkuil) het beste. De vraag daarbij is wel hoe droog je een kuil nog kunt maken in het najaar. Natte zomerkuil levert de vraag op: wanneer moet je oogsten? Kijk ook altijd naar je ervaringen van het vorige jaar, zoals de voorjaarskuilen van 2021. Welke voerde het beste: de natte rond hemelvaart of de drogere van begin juni?

Eiwit en rantsoen

Met welk rantsoen kun je nu het beste sturen op 155 RE? Een winterrantsoen met graskuil en snijmais geeft goede sturingsmogelijkheden richting 155 RE. Snijmais levert meer mogelijkheden op voor aanvulling van dve uit een andere bron en ook is een grotere variatie in krachtvoersoorten mogelijk. Bij een winterrantsoen van alleen graskuil is de kwaliteit van de kuil heel belangrijk. Ga dan bij de bemesting van de 1e snedes onder het bemestingsadvies zitten. En kijk kritisch naar het soort krachtvoer/bijproduct dat bij deze kuil past. Als het gaat om kort gras beweiden met aanvulling graskuil en snijmais is het voor de opname de vraag hoe de koe naar buiten gaat: hongerig of goed gevoed? In het voorjaar heeft het gras een mooie samenstelling, in augustus is energierijke bijvoeding nodig voor een betere benutting. Bij lang gras beweiden met aanvulling graskuil en snijmais is er sprake van kwaliteitsverschil per afgegraasde laag. Stripgrazen is die situatie een goed beweidingssysteem omdat de koe dan alle lagen in één dag vreet. De lastigste sturing is bij dag en nacht weiden. Door het kwaliteitsverschil van gras gedurende het jaar kun je niet op elk moment naar een rantsoen van 155 RE komen, maar op jaarbasis is dit gemiddeld wel mogelijk. In het voorjaar is nog geen bijvoeding nodig, maar het najaar vraagt om bijvoeding met een laag RE en veel energie.

Kies je kuil

Met het goede oogstweer van dit voorjaar is het winnen van de kuil die het beste past bij jouw bedrijfsomstandigheden al goed mogelijk. Daarmee kun je al een goede stap zetten richting het doel van een rantsoen met 155 RE.