Minder eiwit voor een gezondere koe

Tom Gunnewijk

Tom Gunnewijk

Tom Gunnewijk, melkveehouder in het Gelderse Rekken en deelnemer aan Koe en Eiwit, is ervan overtuigd: een lager RE zorgt voor gezondere koeien. Hij zit al op 155 RE, de doelstelling van de praktijkpilot, waarom heeft hij zich dan toch aangemeld? En waar gaat hij de focus op leggen dit eerste jaar? We vroegen het Tom, die inmiddels het eerste bedrijfsbezoek van zijn begeleider heeft gehad.

Meedoen om nóg lager te gaan

Tijdens de werving van boeren voor de praktijkpilot Koe en Eiwit konden geïnteresseerde melkveehouders in een online spreekuur hun vragen stellen en meer te weten komen over het project. Ook Tom zat daarbij. ”Wij zijn al langer bezig om het eiwit in het rantsoen fors omlaag te krijgen. Omdat ik mezelf al weleens afvroeg of het niet anders kan, maar vooral ook door het boek ‘De beschadigde koe door de ureumgekte’ van Dr. Schmack. Daarmee viel voor mij alles wel op z’n plek. Kort gezegd stelt hij dat de hoeveelheid eiwit die aan koeien wordt gevoerd, tot ernstige orgaanschade leidt. Die de koe ook weer doorgeeft aan het kalf. Nieren en lever kunnen zoveel eiwit niet aan. Dat de koe prima met minder eiwit toe kan, heb ik inmiddels wel gemerkt. Binnen dit project wil ik met collega’s ontdekken hoe het nóg lager kan. En de voersector en dierenartsen inspireren en motiveren om zich écht open te stellen en eiwitverlaging als serieuze kans te zien.”

Gezondere veestapel met lager RE

Tom heeft afgelopen jaar stapsgewijs het RE in zijn rantsoen omlaag gebracht, ook om de productie op peil te houden. “Ik heb met mijn voerleverancier besproken waar ik naartoe wil. We hadden twee broksoorten (160 en 210 RE), die hebben we steeds in stapjes van 10 punten verlaagd. Ook sojaraap hebben we vanaf de herfst afgebouwd; rond de jaarwisseling zat die niet meer in het rantsoen. De brok van 210 RE hebben we inmiddels teruggebracht naar 120. Deze bestaat uit mais en gewalst graan, wat langzamer vrijkomt en beter benutbaar is. De koeien doen het er goed op, afgelopen herfst en winter heb ik maar 3 gevallen van uierontsteking gehad. Dat was voorgaande jaren echt fors meer. Ook de kalfjes doen het beter bij minder eiwit; veel minder diarree- en hoestproblemen. Ik ben ervan overtuigd dat je met minder eiwit toewerkt naar een gezonde generatie koeien. Door bloed- en urinemonsters te nemen wil ik die verbetering kunnen volgen.

Scherper sturen met brokken en langer gras

Tom gaat met zijn veestapel toe naar een Nieuw-Zeelandse manier van boeren. “Dat betekent de koeien in het voorjaar laten kalven en dan melken op vers en kruidenrijk gras. En op een redelijk lang gewas, zo’n 30 cm. In het najaar melkt dat niet meer zo hard, maar gemiddeld geeft het een prima resultaat. Met hoe ik het nu heb ingericht, dus al op de 155 RE, merk ik dat het beter gaat met mijn koeien, maar ik wil toch nog meer stappen zetten. Bij zo’n 13,5 % RE in het rantsoen zou er geen orgaanschade meer zijn. Mijn doel voor de komende jaren is om het RE-gehalte in het rantsoen tussen de 14-15% te krijgen, met een melkureum van 10. Op een manier die past binnen mijn hele bedrijfssysteem. Met mijn begeleider heb ik besproken dat ik komende tijd de broksoorten voor de kalfjes nog ga aanpakken. En ik wil bewust op iets langer gras gaan weiden. Ook dat scheelt in de hoeveelheid ruw eiwit. Verder hoop ik in de groepsbijeenkomsten met collega’s, voeradviseurs en dierenartsen, kennis en inzichten uit te wisselen over diergezondheid in combinatie met eiwitverlaging. Er kan gewoon meer.”

Tom Gunnewijk