Diergezondheid
Wat gaat eiwitverlaging naar 155RE in het rantsoen betekenen voor de diergezondheid? Wordt deze beter of juist minder en bij welke dieren is het effect het grootst?
Bij 20 deelnemers in de praktijkpiot Koe en Eiwit loopt een speciaal diergezondheidsmonitoringsprogramma. Onder begeleiding van 5 dierenartsen monitoren zij 2 jaar lang de effecten van een lager RE in het rantsoen op de gezondheid van hun dieren. Melkgevende koeien, droge koeien, kalveren, jongvee…. Voor al deze diergroepen registreren zij gezondheidsgegevens. Juist omdat in de verschillende transitieperiodes in het leven van een koe eiwit heel belangrijk is. Wat doet een lager RE met de koe, de ontwikkeling van het kalf, de kwaliteit van de biest en meer? Bij de deelnemers worden gedurende twee jaar alle gezondheidsafwijkingen en behandelingen bijgehouden bij alle diergroepen en elk individueel dier, inclusief de reden.
Twee keer per jaar komt de dierenarts langs, voor een rondgang op het bedrijf bij alle diergroepen, dierziekteregistraties en metingen. Bij de intensieve monitoring draait het vooral om signalering, niet om onderzoek. Het gaat om het signaleren van de veranderingen bij bedrijven die naar 155RE bewegen op bedrijfsniveau. Op basis van die signalen kunnen de mogelijke risico’s en perspectieven van een rantsoen van 155RE worden geïnventariseerd.
In vier filmpjes kom je meer te weten over de rondgang op het bedrijf, het waarom van de monitoring, het meten, wegen en de registraties en wat voor de melkveehouder de uitdagingen zijn.
Het eerste bedrijfsbezoek van de dierenarts:
de rondgang op het bedrijf
Het meten, weten en data verzamelen
door de dierenarts
Dierenarts Kees Jan Oosterhuis over
diergezondheid bij eiwitverlaging
Melkveehouder Theunis Holtrop over
uitdagingen en verwachtingen